Uitputting… Ik schreef gisteren over positieve kanten.
Maar betekent het ook dat uitputting erbij hoort?
Veel ouders denken dat (stiekem).
Dat je daar prima een paar jaar op door kunt gaan.
En sommigen zien het als zelfopoffering.
Of iets dat onvermijdelijk is.
Dat werkt natuurlijk niet.
Als er niets verandert bij jou of in de situatie, dan zou je zomaar kunnen crashen.
Zóveel mensen die ineens toch verrast worden door een burn-out. Die gewend waren om altijd door te zetten. En dan helemaal niet meer kunnen.
We zijn er niet op gebouwd. Op rijden op een lege tank. Zonder smeerolie. Of onderhoud.
Niemand kan alles aan.
En hoe eerder je dat onder ogen ziet, hoe makkelijker je belemmerende gedachtes kunt herkennen.
Van die stemmen op de achtergrond die je uitputting in stand houden.
“Ach het gaat wel”
“Die moeder kan het ook”
“Ik kan toch niet nog meer van een ander vragen?”
“Ja maar al die dingen moeten ook gewoon gebeuren.”
“Mijn kinderen merken het toch niet aan me.”
“Het kan ook gewoon niet anders.”
Vaak is zo’n stem er als bliksemafleider.
Om te ontkennen dat dit niet vol te houden is.
In de hoop dat het weer vanzelf voorbij gaat zonder pijnlijke veranderingen.
Herken je zo’n stem?
Dan is het zaak om bloed eerlijk te zijn.
Te onderzoeken of het waar is wat die stem je vertelt.
En te erkennen waar het piept en kraakt.
Je prioriteiten te onderzoeken.
Je grenzen en je mogelijkheden in kaart brengen.
Voordat uitputting een burn-out wordt…
Want wat wens je écht voor jezelf en je kind?
Vast een gelukkige ouder.
Een ouder die de beschikbare energie intelligent verdeelt.
Die durft te schrappen.
Die hulp inschakelt.
Die voor zichzelf zorgt.
Zodat iedereen krijgt wat die nodig heeft, inclusief jijzelf.