Het bestaat. Bevrijd zijn van al je lijden.
Ik heb het mogen ervaren. En het bleef maandenlang nagloeien.
Het is te groot om niet te delen.
Dit is wat meditatie en mindfulness kunnen doen.
Buyer be ware…
Ik zal je proberen te vertellen hoe het voor me was.
Ik zal het proberen, maar het is niet makkelijk.
Al duizenden jaren wordt bevrijding vooral aangeduid in negatieve termen: niet dit, niet dat. Niet zus niet zo.
Want wat je wél ervaart, dat doet er niet zo toe.
De kern is dat je niet vattelijk bent voor verlangen en verzet. Dat je geen eigenaarschap opeist over de gebeurtenissen in en om je heen. Dat je de illusie van controle loslaat. Terwijl je óók niet onverschillig wordt, of je afkeert van je leven.
Áls er al woorden zijn die het in positieve zin beschrijven, dan zou ik deze gebruiken:
Het in liefde verbonden zijn met alles, aanwezig van moment tot moment, zonder ermee te identificeren. En dat verandert alles.
Dit is het verhaal over mijn ervaring met bevrijding.
Ik neem je mee op reis naar 2016. Naar de wilde staat van zijn die me overviel, en die al mijn illusies stuk sloeg. Het liet me verwonderd, gelukkig en vol liefde achter. Het is een verhaal over een retraite, een voorhamer van een boek, en overgave aan wat ik me ten diepste realiseerde.
Luister naar mijn verhaal op video, of lees het hieronder. En doe er je voordeel mee.
Begin 2016 vertrok ik richting Portugal.
Ik mediteerde toen zo’n jaar of drie dagelijks en liep tegen een plafond aan. Er miste iets. Ik zag iets niet. Ik vermoedde dat ik het kon ontdekken door op reis te gaan. Onderweg oefende ik met flow en met loslaten. En na een paar maanden kwam ik op Karuna terecht. Een klein centrum voor meditatie in Zuid Portugal. Een plek waar je gewoon kon aanwaaien als vrijwilliger, en ik bleef er een aantal weken.
Mijn gastvrouw zag dat ik met iets worstelde en ze leende mij het boek ‘I am That’ van Sri Nisargadatta Maharaj. “Ik lees er elke dag uit” zei ze, het hielp haar om te leven vanuit verbinding en vertrouwen.
Het deed een stuk meer dan dat. Het was een voorhamer van een boek.
De woorden van Maharaj sloegen al m’n illusies stuk.
Ik kwam terecht in een korte, heftige crisis waarin ik een compleet nieuwe kijk ontdekte op wie ik ben. En middenin die crisis was ik welkom bij de stilteretraite die net zou beginnen.
Tegen de tijd dat ik op het kussen ging zitten was ik eruit. Ik ben niet mijn ego. Als ik mijn ego kan zien, als ik mijn persoonlijkheid kan observeren, dan is het dus een ‘ding’. En ik kan onmogelijk een ding zijn.
Niet alleen geloofde ik Maharaj, maar ik was bereid om te gaan ontdekken wat ik dan wel was. Ik stopte met zoeken. En ik oefende met alleen maar aanwezig zijn. En tot mijn stomme verbazing koste het geen enkele moeite. Voor het eerst in mijn leven kon ik gewoon er zijn – en met gemak.
In een paar dagen klaarde zo’n beetje alles op van binnen. Steeds langere momenten zonder twijfel, zonder zoeken, zonder verlangen en zonder verzet. Een diep begrip van niet langer alles hoeven te weten. Momenten van intens geluk afgewisseld met vertrouwen.
Ik wist wie ik was, maar ik was nog niet bereid om het volledig te omarmen. Het was te groots. Er bleef verzet.
Ik was er bijna…
Na de retraite werkte ik in de tuin. En ik besloot om bewust door het laatste restje onrust heen te breken. Ik ging maar gewoon zitten op de grond, en te blijven zitten, dwars door alle koudwatervrees heen. Ik was bereid alles te accepteren dat mijn geest tevoorschijn toverde. Ik liet me niet meer afleiden. En na ongeveer een half uur werd alles volkomen stil. Van binnen en buiten. Ik was op een plek terecht gekomen voorbij alle dagelijkse ervaringen.
Mijn identiteit vielen weg. M’n onzekerheid viel weg. De scheiding tussen mezelf en de wereld viel weg. Liefde kwam op, een stil geluk, een peilloze rust.
Ik was me bewust van alles wat ik ervoer, zonder dat ik er mee bezig hoefde te zijn.
Ik was gewoon. Of beter gezegd: er was ‘zijn’. Want zelfs mijn ‘persoon’ had z’n claim op m’n bewustzijn verloren.
Een kleine vergissing…
Wat nu komt, durf ik bijna niet op te schrijven. Bang om verkeerd begrepen te worden.
Bang natuurlijk voor oordelen, maar nog banger dat dit wordt weggezet als zweverig of vaag. Als iets dat volkomen onmogelijk is. Als iets dat gevaarlijk is.
Want ik gun het je zo erg. Dat je stopt met zoeken. Dat je onzekerheid wegvalt. Dat je vol in het leven staat zonder angst.
Dat je snel en direct toegang hebt tot liefde, en zo in harmonie met jezelf en je kinderen leeft.
Ik schrijf het op omdat dit is wat ik te bieden heb, wat ik gehoord heb van anderen en wat mijn werkelijkheid geworden is.
Het is een simpel iets, een kleine vergissing. Een vergissing die iedere peuter maakt. En waar we vervolgens de rest van ons leven mee te stellen hebben:
Ik voelde diep van binnen dat zijn het enige is dat werkelijk blijft. Zijn is dus het enige dat is. En al het andere zijn gebeurtenissen. Grote, kleine, prachtige, verschrikkelijke, maar nog steeds gebeurtenissen. Een eindeloos spel van alles dat leeft. Waarover je met geen enkele mogelijkheid kan zeggen wie wat precies doet en hoe dat zo gekomen is. Zonder afgesneden spelers. Zonder eigenaar.
Jij en ik zijn dus niet een ander bewustzijn, maar ons bewustzijn wordt van elkaar gescheiden door het idee dat we ‘iets’ zijn.
We verwarren onze attributen met wie we zijn. Alsof je over je jas zou zeggen ‘ja, dat ben ik’.
We identificeren met ons lichaam, met onze persoonlijkheid. Met alle rampzalige gevolgen van dien.
Een radicaal standpunt?
Wellicht ja. En ik houd het nog steeds voor waar.
Daar in Karuna werd het helder. Ik ben niet wat ik heb. En ik bleef het onderzoeken. Vol liefde voor wat ik zag.
Alles werd anders.
Het deed bijzondere dingen met m’n bewustzijn.
Het was prachtig, het was wild, het was soms angstaanjagend, het was onbeschrijflijk.
De ruimte die alles wat vorm heeft omhult, werd voelbaar.
De stilte waarin elk geluid klinkt, werd hoorbaar.
De leegte waar alles uit opkomt èn weer in verdwijnt, was minstens zo echt als de realiteit zelf.
En ik was er onderdeel van. Zonder angst, zonder verlangen, zonder verzet.
Want waarom zou je, als je de hele kosmos bent?
Het was waanzinnig… kalm.
En het duurde maar voort. Gedachten kwamen weer op. Gevoelens kwamen langs. Alles kwam en ging. Ik ging spelen met bewustzijn. Voerde taakjes uit zonder aandacht te schenken aan voorkeur of afkeur. Ging pas wat anders doen als ik honger kreeg, of naar de wc moest, of als iemand initiatief nam.
Een bezoeker vroeg of ik op een speciaal pad was. Ik moest er om lachen. Dit was het gewoon, leven. Geen pad bij nodig.
Ik genoot diep van de dagen op Karuna. Van het contact met de anderen daar. Sommige dagen waren magisch. Sommige momenten waren griezelig. Als m’n geest weer controle wilde. Als ik weer ging zoeken naar iets. Als ik iets ervoer wat volkomen nieuw was. En ik ging er gewoon maar doorheen. Steeds weer de moed bijeen rapen in het vertrouwen dat er niets is om bang voor te zijn.
En het leven ging verder.
En op een bepaald moment ging ik weer naar huis. Ik wende opnieuw aan het dagelijks leven.
Alles ging gewoon verder, zonder dat ik de behoefte had om er eigenaarschap over op te eisen. Zonder dat ik kon zeggen wat oorzaak of gevolg was. Zonder dat ik alles onder controle hoefde te houden. Ik ervoer het gewoon. Ik vertrouwde erop dat het goed was. Hoe het ook liep.
Ik deed boodschappen, ik reed auto, ik deed de dingen de ene keer handiger dan de andere.
Ik schoot in en uit het ‘wilde zijn’.
Maar altijd was er het besef van heelheid, van schoonheid, van rust. De troost van de liefde waarvan het hele universum samenhangt. De grote leegte was waar alles uit ontstaat en weer in terug gaat, die was er gewoon. Bijna tastbaar, overal in en om me heen.
Stilletjes aan verdween het bewustzijn van ‘het alles’ wat naar de achtergrond. M’n eigen ervaring eiste meer aandacht op. En ik accepteerde het met liefde. Maar de verwondering bleef. En ook het diepe geluk was binnen handbereik. Net als het kalm aanwezig zijn.
Mijn eigen reacties?
Die waren er wel. Ik had er alleen geen last van.
Ik nam vol op deel aan het leven, maar pijn en lijden kleefde niet aan me. Het kwam op en verdween weer. Ik was gelukkig.
Totdat…
…ik verliefd werd. Verschrikkelijke verliefd. Op een mysterieuze Ier met een busje.
Ik kon kiezen:
Hiervan weglopen, en m’n hele leven op een steen gaan zitten, zoekend naar verlichting, òf het leven aangaan in alle facetten. Er was natuurlijk geen houden aan.
Want waarom zou ik dít wegsturen?
Ik ben er maar met twee benen in gesprongen. Vol in de hechting, wetend dat ik dit deel nog te ontwikkelen had. Het was fantastisch, het was pijnlijk, het zette alles in mij op zijn kop.
Toch durfde ik het aan.
Want dit houd ik voor waar:
Bevrijding is er altijd, op de achtergrond.
Het is alleen een beetje bedolven onder de pijn, onder onze zorgen en onder de liefde voor ons dagelijks leven.
En nu ben ik gezegend met een fantastische man, twee heerlijke kinderen, en ik worstel weer ouderwets met het leven. Net als iedereen.
Toch is er wat veranderd. Ik geloof er gewoon niet helemaal meer in. In de bullshit die ik zelf erbij sleep.
Langzaamaan bladdert laagje voor laagje de bullshit weer af, door het allemaal maar te ervaren, door het oefenen met mindfulness.
Oude overtuigingen, m’n onzekerheid, het zóéken naar geluk, ik weet dat ik zonder kan. Ik heb geduld. Geloven in bullshit is hardnekkig. Het hoort bij het menszijn. En het vergt liefdevolle vasthoudendheid om eruit te groeien. Of een simpel leven met veel meditatie. Maar die optie past me nu niet.
Zelfs de ‘tijdelijke’ bevrijding heeft me veranderd.
Die piekervaring heeft me laten zien dat het écht mogelijk is.
Dat het klaar ligt, bevrijding. Voor als we er aan toe zijn.
Voor als we niet meer bang zijn. Voor als we eindelijk begrijpen hoe. En we de moed hebben om vanuit radicale acceptatie te leven.
Er is een staat van zijn waarin we in volle verbinding zijn, waarin pijn kort duurt, waarin we vrij zijn van lijden.
Die belofte draagt iedereen in zich. En het is één van de vruchten die meditatie kan dragen.
Bevrijding zit in elk moment.
Naar ik lees ziet ieder’s bevrijding er anders uit.
Je neemt immers jezelf mee, en jouw omstandigheden zijn uniek.
Soms gaat het ineens, soms komt het beetje bij beetje. Soms blijft het, soms komt en gaat het, zoals bij mij.
En het mooie is, elk moment kan sneak preview zijn. Een moment dat je volledig aanwezig bent, zonder iets te hoeven veranderen of bereiken. Bijvoorbeeld op die warme zomerdag aan zee. Of als je je kind vast houdt. Of tijdens een enorme crisis.
En tijdens meditatie kun je de voorwaarden scheppen.
Het kan je zomaar gebeuren. Je kan een seconde, of een paar minuten lang ervaren hoe het is om niets meer te verlangen, om je nergens van af te keren, om simpelweg en diep aanwezig te zijn.
En zelfs een kort moment kan helend zijn. Kan de rommel in je bovenkamer opruimen. Kan ruimte maken voor diep geluk, en voor liefdevolle verbinding.
Ik gun het je. Ik gun je meditatie. Ga ervoor zitten. En onderzoek liefdevol je geest.
N.B.: meditatie is níét geheel onschuldig. Meditatie is niet voor iedereen geschikt, en niet voor alle situaties. Er zijn allerlei staten van zijn, die ons flink overhoop kunnen halen. Ik raad je dus niet aan om zomaar veel en lang te gaan mediteren. Begin het liefst onder begeleiding. Of in het klein. En stop direct als je merkt dat het met je aan de haal gaat. Zoek altijd hulp als er iets gebeurt dat je beschadigt. Eventueel bij mij.